Dag 19 - 22 september

22 september 2018

Dag 19 - 22 september

Na een redelijke nacht (Fennie) en een slechte nacht (ik) zijn we om zeven uur opstaan. Veel natuurgeluiden en het klotsende water van de stroomversnelling waar we aan zitten zorgen niet voor een rustige nacht. Waarschijnlijk went dat wel na tijden, maar dan zijn wij allang weer weg. Ná het ontbijt dachten we weg te gaan om het jungle dorpje Nieuw Aurora te bezoeken. Maar dat had men verplaatst naar de middag. De ochtend was dus voor mij al redelijk verpest. Fennie mocht even in mijn hangmat omdat zij met de hare in de zon lag. Ik dacht dat ik dan met een uurtje wel weer in mijn matje zou kunnen maar díe ligt blijkbaar zó lekker dat Fennie heeft liggen knorren tot twaalf uur. Toen had ik inmiddels allang alle gaatjes van de klamboe die om mijn bed zit al drie keer geteld. Een morgen om snel te vergeten. Tijdens de lunch om 14 uur kwam er ene Ron een toespraakje houden. Hij bleek van de organisatie te zijn en was er gisteren  en vanmorgen wegens omstandigheden niet bij. Dat was ook de reden dat de trip van de ochtend naar de middag was verplaatst. Na de lunch gaan we dan toch eindelijk richting Nieuw Aurora en krijgen daar en in Pandouani een rondleiding. Het is er erg rustig. Dat heeft te maken met de schoolvakanties hier. Dan zijn veel inwoners naar de stad (Paramaribo). Het is een dorp waarvan de inwoners marrons zijn. Dat zijn weggelopen slaven van vroeger die in de jungle en eigen leefgemeenschap zijn begonnen. We zagen diverse vrouwen aan de oever van de rivier hun was en afwas doen. Vroeger was een rivier de belangrijke ader in het leven van de jungle bewoners. Men had meestal vier vaste punten aan de oever op ongeveer 50-100 meter afstand van elkaar, al na gelang er zo'n punt gemakkelijk was te bereiken. Bij het eerste punt was meestal de badgelegenheid voor de mensen zelf. Het tweede punt, verder stroomafwaarts, werd gebruikt om de kleding te wassen, het derde punt om de afwas en ander materiaal te reinigen en het derde punt werd gebruikt als toilet. Er zijn nog steeds dorpen die het op die manier doen.

Het dorp waar wij waren heeft een kerk, 2 scholen, een medische post en een  vliegveld. Het vliegveld is direct gelegen naast de medische post en is ook aangelegd voor The Flying Doctors. De mensen leven hier nog erg primitief en zijn erg arm, voor onze begrippen. Wel zijn er een paar zonnepanelen aangeschaft voor de energie voorziening en hebben veel huizen en hutten  een grote regenton. Het regenwater is hier schoon en niet zuur zoals bij ons.

Na de dorpswandeling gingen we verder met de boot naar de Ferulassi Sula. Een Sula is dus een stroomversnelling in een rivier. Afhankelijk van de waterstand kan deze heftiger of minder heftig zijn. Daar zijn we en uurtje gebleven en toen gingen we weer terug naar Menimi. Nog even in de hangmat wat gelezen tot om zeven uur het eten klaar was. Er was heerlijke spaghetti. Om een uur of negen was er een inlandse dansgroep die een dansshow uitvoerde. Ik kreeg trouwens de indruk dat het één grote familie was. Er wás van alles meegekomen, Oma, Opa, wat andere dames en veel kinderen van allerlei leeftijd. Het was wel leuk om te zien. Maar dan ook hier al: het uit het publiek plukken van mensen die dan zo nodig ook een dansje moeten wagen. Waarom is dat altijd zo leuk? En vooral: voor wie? Nou, niet voor mij dus! Ik (wij) deden dan ook bewust een stapje terug, vooral omdat wij natuurlijk extra opvielen in het donker. 😉 Daarna zijn we gaan slapen.

Tot de volgende keer.

Foto’s